Met dit project onderzochten we het risico van het gebruik van buitenlands stuifmeel/bijenteeltproducten (als bestuiver/voedsel) op zowel plantengezondheid (fruitbomen/-gewassen) als dierengezondheid (bijen).

Metagenoomanalyses via Next Generation Sequencing  werd het complex van potentieel aanwezige fytopathogenen als bijenpathogenen in kaart gebracht. Een reeks specifieke detectietesten (PCR) werd uitgevoerd ter detectie van pathogenen waarvoor een verhoogd risico is aangetoond op basis van beschikbare gegevens. Het risico op overdracht van fytopathogenen werd proefondervindelijk nagegaan in enkele proeven (in serre en boomgaarden) en van bijenpathogenen op basis van literatuurstudie.

Uit de NGS analyses blijkt dat er wel degelijk fytopathogenen aanwezig zijn in ingevoerd stuifmeel gebruikt voor bestuiving. Het meest opvallende fytopathogeen organisme dat gedetecteerd werd is het gereglementeerde Cherry rasp leaf virus (CRLV). Ook het ‘Apple hammerhead’ viroïde, waar nog maar zeer weinig over geweten is, is interessant voor verder onderzoek.

De importrisico's van bijenpathogenen, meer bepaald het risico dat twee beheerde bijen, de gedomesticeerde honingbij en de gekweekte hommel, besmet raken, werd onderzocht. Het zijn voornamelijk deze twee beheerde soorten die kunnen geïnfecteerd raken met niet-inheemse parasieten en virussen.

Insleep van pathogenen via stuifmeel, bijen en bijenteeltproducten: identificatie van risico ter  bescherming van plant en pollinator (APIRISK)

FOD RT 15/5 APIRISK

Duur: 01/03/2016 – 28/02/2019

Contact: TWO-zoölogie: Tim Beliën (tim.belien@pcfruit.be), en Gertie Peusens (gertie.peusens@pcfruit.be)

Partners:  ILVO, Universiteit Gent

Financiering: FOD Volksgezondheid en Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu