In dit project willen we nagaan of intercropping bij kleinfruit ziekten en plagen meer beheersbaar kan maken. Hiervoor wordt een tunnel met 2 soorten kleinfruit (enerzijds afgewisseld tussen rijen en anderzijds afgewisseld in de rij) gedurende 3 jaar gevolgd voor de ontwikkeling van 2 plagen (het bonenspint Tetranychus urticae en de Aziatische fruitvlieg Drosophila suzukii) en 1 ziekte (Botrytis cinerea) die de 2 aangeplante kleinfruitsoorten (framboos en braam) kunnen aantasten. In een andere tunnel zal enkel Rubus aangeplant worden. Voor B. cinerea en T. urticae wordt jaarlijks een genetische fingerprint gemaakt om veranderingen te ontdekken die in de ene tunnel wel en in de andere tunnel niet voorkomen en die kunnen gelinkt worden aan de veranderde fitness die allicht wordt waargenomen. Tegelijkertijd worden deze organismen jaarlijks geïsoleerd in een biologische zelfpluktuin waar om de drie rijen een andere kleinfruitsoort aangeplant is en worden ze vergeleken met een biopraktijkbedrijf dat grote aanplantingen heeft in een monocultuur vorm (telkens openlucht). Op deze wijze kunnen we de praktische implicaties van intercropping voor plaag en ziekteontwikkeling inschatten en de fundamentelere oorzaken hiervan achterhalen.
Tenslotte worden er in de tunnel met intercropping ook 2 vruchtdragende planten van de inlandse vogelkers, Prunus padus, geplant. Van deze plant werd recent aangetoond dat het een dead end trap plant is voor Drosophila suzukii.
DeptL&V
Duur: 1/04/2019 – 31/03/2022
Contact: PAH: Renske Petré (renske.petre@pcfruit.be) , Miet Boonen (miet.boonen@pcfruit.be)
Hoofdaanvrager: KULeuven (Prof. Deconinck B. en Prof. Bylemans D.)
Financiering: Departement Landbouw en Visserij – Projectonderzoek biologische landbouw