Het Pear Decline Fytoplasma is een fytoplasma dat kleinvruchtigheid bij peren kan veroorzaken. Vruchten op geïnfecteerde bomen kunnen klein blijven, ze kleuren niet door en hebben geen smaak.
Hoe herkennen?
Normaal gebeurt de vaststelling van het fytoplasma steeds op basis op meerdere symptomen: nl. de vruchtsymptomen, groeikracht en de bladsymptomen.
De vruchtsymptomen kan je al tijdens de pluk waarnemen. Pear Decline is een fytoplasma die kleinvruchtigheid bij peren kan veroorzaken. Vruchten op geïnfecteerde bomen kunnen klein blijven, ze kleuren niet door en hebben geen smaak. Belangrijk is dat lang niet alle vruchten op een zieke boom klein blijven. Het is mogelijk dat maar een gedeelte van de boom kleine peren geeft, bijvoorbeeld één tak.
De bladsymptomen treden meestal pas duidelijk op vanaf de late zomer (september-oktober). Bij een aangetaste boom kan een vroege gele tot roodverkleuring van het blad vanaf de late zomer optreden (eind augustus, september). De bladverkleuring die veroorzaakt wordt door het fytoplasma treedt vroeger op dan de normale herfstverkleuring. Het bladmoes kleurt rood. Het blad kan vroeger van de boom vallen in juni-juli. Bomen met deze bladsymptomen kunnen vanop afstand herkend worden aan een ‘rode schijn’ van het blad.
Het fytoplasma is echter complexer dan dat. Volgende symptomen zijn mogelijk:
- Zwakkere groei van de perenboom of –tak
- Afsterven van scheuten
- Bladeren: minder, zwakker, kleiner, leerachtig, licht groen, koper-rood tot rode kleur => vroegere herfstverkleuring
- Vroege bladval in juni-juli
- Sterkere bloemenrui
- Verschil in gevoeligheid In functie van de variëteit en onderstam
Zo is het mogelijk dat een boom slechts één of enkele symptomen laat zien en andere niet. Het kan zelfs dat een boom besmet is en geen symptomen laat zien. Dan spreekt men van een ‘latente aanwezigheid’ van het fytoplasma. Dit is net het moeilijke en gevaarlijke aan het fytoplasma, want deze latente bomen zijn dragers van het fytoplasma en kunnen zorgen dat gezonde bomen kunnen geïnfecteerd worden.
Het fytoplasma kan zowel voorkomen op jonge laagstambomen als op oude hoogstambomen. Er zijn 2 varianten bekend van het fytoplasma, snelle en langzame aftakeling. Afhankelijk van de variant kunnen bepaalde symptomen meer of minder uitgesproken voorkomen. De symptoomexpressie is ook verschillend per variëteit.
Andere oorzaken van kleine vruchten?
Kleine peren kunnen ook het gevolg zijn van andere ziektes of gebreken. Dat kan mogelijk voor verwarring zorgen. Droogte, voedingsgebrek, vorst, vraatschade van woelratten/woelmuizen, onverenigbaarheid,… kunnen een boom in stress zetten. Dit kan ervoor zorgen dat de vruchten kleiner blijven dan normaal. In al deze genoemde gevallen is er toch nog één belangrijk verschil met het Pear Decline Fytoplasma: de vruchten zullen wel op het normale tijdstip rijpen, kleuren en smaak hebben. Bij het Pear Decline Fytoplasma blijven de peren klein en zonder smaak.
Wel Pear Decline Fytoplasma, maar geen kleine peren
Een boom kan besmet zijn met het Pear Decline Fytoplasma, zonder de vruchtsymptomen te tonen. Dit kan bijvoorbeeld omdat de bomen geen vruchten dragen.
Het is ook mogelijk dat een perenboom het jaar van besmetting nog geen kleine vruchten draagt, maar later in het seizoen wel de bladsymptomen laat zien.
Voor deze gevallen is het belangrijk om naast de oogstperiode ook in september-oktober uit te kijken naar mogelijke bladsymptomen.
Hoe Pear Decline aanpakken?
In sommige gevallen zijn de symptomen voldoende uitgesproken om ervan uit te gaan dat het om het Pear Decline Fytoplasma gaat. In dergelijke gevallen kan je meteen na de oogst overgaan tot het rooien van de boom, en het snijvlak behandelen met glyfosaat.
In alle gevallen waar twijfel bestaat, moeten de bomen tijdens de oogst duidelijk gemarkeerd worden. In september-oktober kunnen diezelfde bomen gecontroleerd worden op bladsymptomen. Bij twijfel kan je in september een bladstaal bezorgen aan pcfruit. Indien je als perenteler zelf niet altijd in de plantage bent tijdens de pluk, geef dan een ervaren plukker de opdracht twijfelachtige bomen te markeren.
Kijk bovendien ook naar mogelijk geïnfecteerde bomen rondom je aanplanting. Spreek de eigenaar aan op het moment dat de symptomen duidelijk zichtbaar zijn. Zo kan tijdig gestart worden met het ondernemen van de nodige acties. In dergelijke gevallen ook steeds voldoende foto’s nemen en alles duidelijk registreren.
Staalname
In geval van twijfel kan je het fytoplasma laten detecteren via een bladstaal.