Snoei en opkweek

In 2012 werd bij Golden een vergelijking opgeplant tussen klassieke spillen en Magnumbomen. Bij deze laatste stellen we grote schommelingen in productie vast. De klassieke spillen zijn iets constanter, maar omdat er minder bomen per ha staan, blijven ze in totale productie toch achter. Op 6 jaar tijd is er een verschil van 39 ton/ha.

In het voorjaar van 2009 werd bij Golden kl. B een vergelijking opgeplant tussen de Bibaum® en de klassieke spillen. Na 11 jaar is er een meeropbrengst van 69 ton/ha voor de Bibaum®.

Proeftuinwerking appel

Onderstammen

In het kader van herinplant en bestrijding van bloedluis, blijft de vergelijking van de nieuwe onderstammen belangrijk. In 2014 werd bij Jonagold een vergelijking opgeplant tussen Pajam 1, CG 11, CG 41 en AR295-6. Na 6 jaar hebben de bomen op CG 41 het grootste boomvolume en deze bomen hadden ook de sterkste toename van de stamomtrek. In de beginjaren bleef de productie op CG 41 achter, maar na 5 productiejaren hebben deze bomen de hoogste opbrengst. De gemiddelde vruchtmaat is ook dikker, wat voor Jonagold eerder een nadeel is. Mogelijks is voor Jonagold CG 11 een beter alternatief. In deze proef is de totale productie na 5 jaar hoger dan op Pajam 1 en de vruchtmaat is kleiner dan op CG 41.

Hagelnetten

De enige echte bescherming tegen hagel is het plaatsen van een hagelnet. Hierbij is het een uitgemaakte zaak dat in ons klimaat enkel een wit hagelnet (kristal of Titanium) kan. Maar zelfs de 10 à 15 % lichtverlies heeft een invloed op de productie, de kleuring en de vruchtkwaliteit. Indien men kan, moet men kiezen voor donkere mutanten, want bij de meeste rassen komt de rode kleur iets later.

Oogstzekerheid

In 2019 was zowel de kwaliteit van de bloembotten als het aantal bloembotten zeer variabel. Dit was enerzijds het gevolg van de zware oogst van 2018, maar anderzijds ook van de hitte en de droogte in de zomer van 2018. Het weer in de bloei was beter dan bij peer, maar nadien werd het weer wisselvalliger. Er was een behoorlijke rui, maar deze was minder sterk dan bij peer. In tegenstelling tot 2018 zorgden de vruchtzettende bespuitingen met GA4/7 en Regalis Plus of Kudos in 2019 niet voor een betere vruchtzetting.

Het basisadvies voor vruchtzetting voor 2020 blijft gelijk:

  • Bij weinig bloembotten of een sterke groei:

     Regalis Plus 0.667 kg/ha haag (= 1 kg/ha standaardboomgaard) begin bloei

            + GA4/7 tussen begin bloei en volle bloei

            + Regalis Plus/Kudos 0.667 kg/ha haag (= 1 kg/ha standaardboomgaard) 3 weken na volle bloei

            (minstens 3 dagen laten tussen Regalis Plus/Kudos en GA4/7)

  • Bij normaal bloembotten en zwakke groei:

     GA4/7 begin bloei

            + 2 x 0.333 kg/ha haag Regalis Plus/Kudos (= 0.5 kg/ha standaardboomgaard) 2 + 3 weken na volle bloei

Indien het weer tijdens de bloei koud en schraal is, waardoor we een lang gerekte bloei krijgen, kan een 2de behandeling met GA4/7 tijdens de bloei van het 1-jarig hout aangewezen zijn.

Heel wat appelrassen in het huidige assortiment zijn kleinvruchtig en vragen een goede en vroege chemische dunning om tot een goede vruchtmaat te komen. In 2019 heeft 6-BA weinig gedund als gevolg van de lage temperatuur. Algemeen gaf Brevis een sterkere dunning, maar het blijft moeilijk om de werkingsgraad te voorspellen. Wat zeker is, is dat de dosis op bomen met veel bloembotten niet verhoogd moet worden. Dit geeft op zich al een grotere concurrentie om voedingsstoffen, waardoor de natuurlijke dunning al sterker is.

Onderstaand schema is een aanzet voor dunning in 2020. In functie van het aantal bloembotten, het weer, de vruchtzetting,… kan hier nog een bijsturing nodig zijn.

Proeftuinwerking appel

Op bomen met veel bloembotten kan ook 0.73 tot 1.0 kg/ha haag Brevis (1.1 tot 1.5 kg/ha standaardboomgaard) ingezet worden, maar deze behandeling wordt best voorafgegaan door één of twee behandelingen met ATS in de bloei. Zeker op deze bomen de dosis van Brevis niet verhogen.

Bemesting                                                                     

Een evenwichtige bemesting is de basis voor een goede productie en een goede kwaliteit. Wat stikstof betreft geven wij al jaren de voorkeur aan kalknitraat, zeker wanneer de bemesting maar kort voor de bloei wordt gegeven. Ook indien gekozen wordt om een organische mest te gebruiken, moet voor de bloei een fractie N o.v.v. kunstmest gegeven worden. De N uit organische mest komt immers te traag vrij. Voor de biologische teelt is Fontana 9 % een goede aanvulling als N-bron.

Binnen de MAP-wetgeving staat fosfor elke keer onder druk. Maar het is niet evident om het P-gehalte in de bodem te laten dalen. Sinds 2011 loopt er een P-proef waarbij de controle al 10 jaar geen P meer krijgt. De P-voorraad is echter nog niet gedaald. En ook in de vruchten of de bladeren is er nog geen gebrek vastgesteld.

Bladblazen

In het buitenland wordt er vaak blad geplukt om de kleuring te verbeteren. In 2018 werden bij een aantal rassen de eerste demo-proeven aangelegd met de Olmi-bladblazer. Bij een aantal rassen was er een duidelijk positief effect op de kleuring. Vooral het aandeel 1ste pluk nam toe. In 2019 daarentegen was het effect op de kleuring beperkt. Mogelijks werd het bladblazen te laat toegepast.

Het vroegtijdig wegblazen van een gedeelte van het blad had bij de meeste rassen geen negatieve invloed op het suikergehalte van de vruchten. Ook de hardheid en de rijping werden over het algemeen niet beïnvloed. Wel is er een tendens dat er het jaar nadien iets minder bloembotten zijn.

Perceel van de toekomst

Het doel van deze proef is om voor Jonagold een klassieke ‘standaard’ teeltwijze te vergelijken met de beste ervaringen uit de proeven en projecten, dat ‘het perceel van de toekomst’ zou moeten zijn. Verschillende aspecten zoals opkweek, plaagbestrijding, oogstzekerheid,…. zullen hierin aan bod komen. Op het eind van elk seizoen zal er zowel naar de productie en de vruchtkwaliteit als naar het financieel resultaat gekeken worden. De juiste invulling van beide percelen zal steeds gebeuren in samenspraak met de Werkgroep Pitfruit. Vanaf het moment dat bepaalde maatregelen door de meerderheid van de telers wordt toegepast, worden deze ook in het standaard perceel toegepast. Aldus krijgt men een evoluerende referentie, waarbij we proberen om in het gedeelte ‘perceel van de toekomst’ beloftevolle technieken meerjarig te demonstreren en de interferenties met andere teeltmaatregelen in te schatten.

Onkruidbestrijding

Een nieuw thema dat sinds 2015 in ons proefprogramma zit is onkruidbestrijding. Hoewel in 2016 2 nieuwe middelen nl. Kyleo en Chikara Duo erkend werden, ziet het er naar uit dat we de volgende jaren nog verschillende middelen zullen verliezen. Zo mocht vanaf 1 augustus 2019 Basta S niet meer gebruikt worden en vanaf 5 november 2019 werden ook de middelen met als actieve stof diquat (o.a. Reglone) verboden. Hoewel de erkenning van glyfosaat in 2017 met 5 jaar verlengd werd, oogt de toekomst voor dit middel ook somber. Het is dan ook belangrijk om te kijken wat de mogelijkheden zijn van de verschillende middelen die we op dit moment nog ter beschikking hebben. En wat de mogelijkheden zijn van mechanische onkruidbestrijding. Vooral bij jonge bomen is er in de nabije toekomst een probleem. In 2019 werden een aantal proeven bij appel aangelegd. Daarnaast werd er al een uitgebreide demodag gehouden rond mechanische onkruidbestrijding. Op deze dag werden heel wat verschillende machines gedemonstreerd. Telers zijn zich al terdege bewust van de situatie. Dit was te zien een de massale opkomst (± 300 personen).

Contactpersonen: J. Vercammen en A. Gomand

Tel: 011/69.70.81 en 011/69.70.82

E-mail: jef.vercammen@pcfruit.be en ann.gomand@pcfruit.be

Duur: jaarlijks geëvalueerd

Financiering: Vlaamse Overheid en sectorfinanciering door telersverenigingen en beroepsorganisaties