Net zoals de voorgaande jaren was de winter 2018-2019 een zachte winter met uitzondering van januari. Verder in het jaar waren er qua temperatuur enkele uitzonderlijke gebeurtenissen: er was reeds een lentedag eind februari, maar eind april-begin mei was er dan weer een relatief koude periode. In de zomer waren er 3 hittegolven en de hoogste gemeten temperatuur ooit van 39,°4C in ons land. In het algemeen was 2019 een warm, zonnig en relatief droog jaar.
Door de hoge temperaturen in de tweede helft van februari is de fenologische ontwikkeling zeer vroeg begonnen. In het voorjaar van 2019 was er door de regelmatige regenbuien een zeer grote infectiedruk van schurft. Door de droge perioden met voldoende hoge temperaturen in april tot juni waren er ook voldoende dagen met gunstige omstandigheden voor het ontstaan van primaire en secundaire witziekte-infecties.
Wat de ontwikkeling van insecten betreft zal 2019 vooral herinnerd worden als het jaar met zeer veel problemen met (blad)luizen. Het zachte weer in februari verklaart wellicht de vroege activiteit van de wollige bloedluis E. lanigerum. Wat de natuurlijke vijanden betreft, werden er in maart vroege verhoogde activiteit van deze nuttigen waargenomen, vooral van roofinsecten. Toch hebben de zeer veranderlijke weersomstandigheden (zachte temperaturen in maart gevolgd door het zeer koude weer in april) waarschijnlijk een negatievere invloed gehad op de populatie-opbouw van de natuurlijke vijanden dan op die van hun luizenprooien/gastheren.
Naast bladluizen, waren er in 2019 ook opvallend veel problemen met appelbloesemkevers. Kevers in het algemeen zijn al enkele jaren in opmars door het wegvallen van een deel (breder werkende) gewasbeschermingsmiddelen. Ook de wantsen profiteren hiervan. Schildwantsen veroorzaken meer en meer problemen. De Aziatische bruingemarmerde schildwants Halyomorpha halys werd nog niet in onze boomgaarden waargenomen in 2019 maar wel op andere niet-fruitproducerende plaatsen. Ook fruitmot lijkt terug aan belang te winnen, met in 2019 plaatselijk opvallend vroege vluchten. Perenbladvlo daarentegen was in 2019 relatief goed beheersbaar in de praktijk, met beduidend veel minder zwarte peren dan in 2018.
In het klein- en steenfruit kan de plaagdruk van de suzuki-fruitvlieg in 2019 worden beschouwd als matig of middelmatig gedurende het hele jaar. Door de uitzonderlijk hete weersomstandigheden tijdens het tweede deel van de kersenoogst (waarin hitterecords werden gebroken), bleef de aantasting van de vruchten in commerciële kersenpercelen eerder laag. Ook daarna was de plaagdruk relatief laag, waarschijnlijk door de hogere mortaliteit en de lagere activiteit die wordt toegeschreven aan de extreem hoge temperaturen en de extreme droogte.
Duur
Jaarlijks geëvalueerd
Contact
Two-zoölogie: Tim Beliën en Eva Bangels
Financiering
Vlaamse Overheid – Departement