Regenkappen in de kersenteelt en hagelnetten voor de teelt van pitfruit kunnen een bijkomende functie krijgen als vorstbeschermingsmaatregel. Indien deze systemen worden ingezet voor dit doeleinde, beperken ze de radiatieve warmteverliezen aan de hemel en de convectieve afvoer van warmte. Zo zorgen ze voor een beperkte, maar vaak cruciale temperatuurwinst.
Kersenkappen nemen echter wel een relatief grote hoeveelheid licht weg en ze worden normaal maar voor korte tijd gesloten (van eind mei tot vlak na de oogst) om zo mogelijke negatieve langetermijneffecten op de bomen te beperken (bv. verminderde bloembotvorming door langdurig lichttekort). Aangezien deze langetermijneffecten van de regenkap nog onvoldoende gekend zijn, wordt er aangeraden de kappen toch terug te openen tussen het einde van de vorstperiode en eind mei/begin juni, ondanks de grote hoeveelheid werk die hiermee gemoeid gaat. Bij hagelnetten stelt dit probleem zich niet, deze kunnen het hele seizoen gesloten blijven, zeker wanneer het over het meer transparante ‘kristalnet’-type gaat. Hagelnet-systemen die slechts individuele rijen overkappen bieden geen bescherming tegen nachtvorst (type ‘Whailex’).
Bij zware nachtvorst kan er onder gesloten regenkappen eventueel nog bijkomende vorstbescherming toegepast worden: de tandem van regenkappen met onderkroonberegening of niet-rokende verbrandingssystemen (warmtekanon) verbetert het totale vorstbeschermend rendement (betere vorstbescherming dan wanneer de systemen individueel aanwezig zouden zijn. Men mag de temperatuurswinsten van beide systemen ongeveer optellen). Rokende verbranding (vuurpotten of kachels) zal voor roetaanslag zorgen die de lichtdoorlatendheid en levensduur van het plastic van de netten aantast. Een hagelnet zal de werking van bijkomende vorstbescherming niet verbeteren (zie ‘combinaties van technieken’).